“De Sustainable Developement Goals zijn ontstaan op 25 september 2015 als opvolger van de Millennium Development Goals uit 2000.” Op die 25e september is door de General Assembly van de VN (192 lidstaten) resolutie A/RES/70/1 aangenomen met daarin doelen om te werken aan een betere wereld in 2030.
Het zijn 17 doeken om te werken aan een betere wereld o.a. op het gebied van armoede, onderwijs en klimaatcrisis. Ieder doel is helder omschreven en heeft zijn eigen target. Dat maakt de doelen nog concreter. Deze afspraak tussen de VN lidstaten is dé hoogste orde afspraak om te werken aan een beter wereld. Dit zou de leidraad moeten zijn voor alle landen in de wereld om te werken aan die betere wereld. Waarom “zou moeten zijn”? Omdat lang nog niet alle landen zich hieraan (kunnen) houden. In latere posts meer hierover.
Op de VN-conferentie (beter bekend als Rio+20) voor Duurzame Ontwikkeling van 2012 in, besloot men om een aantal universele doelen te bedenken om te werken aan de sociale- en economische problemen van onze planeet. Het (leef)milieu kreeg daarbij steeds een prominente positie. Deze doelen (SDG’s) zouden verder moeten borduren op de [[Millennium Development Goals]] uit 2000. Maar die MDG’s en SDG komen niet zomaar uit de lucht vallen.

Waarvoor zijn de SDG’s ontstaan?
Al sinds de Earth summit van 1992 in Rio de Janeiro is de VN (samen met vele landen) bezig met de toekomst van onze samenleving en planeet. Dit doet ze samen met ruim 150 landen en 7,8 miljoen mensen die de enquête hebben ingevuld. Decennia lang wordt er gewerkt aan een allesomvattend plan om de wereld te redden. En dit plan wordt uiteindelijk in de vergadering van 25 september 2015 besproken en aangenomen. De agenda voor 2030 en daarmee zijn de 17 SDG’s ontstaan en niemand op deze wereld kan er dan nog omheen.
De voortgang op de SDG’s wordt mondiaal gestuurd en in de gaten gehouden door de Division for Sustainable Development Goals (DSDG) als onderdeel van de Department of Economic and Social Affairs (UNDESA) .
Wat is de inhoud van die SDG’s?
Op 25 september 2015 is in de 70e zitting van de algemene vergadering van de UN in New York de agenda voor 2015-2030 vastgesteld. Met 17 doelen gaat de wereld op weg naar 2030. En dat is, als het aan alle regeringsleiders ligt, een duurzame wereld zonder armoede en honger.
De 17 doelen zijn verdeeld over 5 thema’s: Mens, Planeet, Welvaart, Vrede en Partnerschap (in het engels de 5 P’s: Poeple, Planet, Prosperity. Peace, Partnership). En deze 17 doelen zijn verder opgebouwd uit totaal 169 targets. Deze tragets worden op hun beurt gemeten met hele helder vastgestelde “indicators”. Zie die laatste als een soort meeteenheid, waarbij het kan gebeuren dat een target meerdere indicatoren heeft om te meten. En er kunnen meerdere targets in een SDG doel zitten.
Ik kan mijn voorstellen dat deze opbouw zo op het eerste gezicht niet eenvoudig is. Daarom zal ik in de volgende post één SDG met bijbehorend target inhoudelijk behandelen.
De complete inhoud van de SDG’s is eigenlijk terug te leiden naar paragraaf 2 uit de afspraak van 25 september 2015.
All countries and all stakeholders, acting in collaborative partnership, will
implement this plan. We are resolved to free the human race from the tyranny of
poverty and want and to heal and secure our planet. We are determined to take the bold and transformative steps which are urgently needed to shift the world on to a sustainable and resilient path. As we embark on this collective journey, we pledge that no one will be left behind.
Een fantastich doel om met z’n allen aan te werken.
We diepen er een uit
Laten we eens als voorbeeld SDG12 pakken: Verantwoorde consumptie en productie. Het doel is om natuurlijke hulpbronnen duurzamer te beheren en efficienter te gebruiken. Want als wij zo doorgaan en de wereldbevolking in 2050 boven de 9 miljard uit komt, dan zullen we de grondstoffen voor drie planeten nodig hebben.

Deze doelstelling valt uiteen in een aantal dubdoelstellingen (targets). Ik noem er een paar van SDG12:
12.2: Tegen 2030 het duurzame beheer en het efficiënte gebruik van natuurlijke hulpbronnen realiseren
12.3: Tegen 2030 de voedselverspilling in winkels en bij consumenten per capita halveren en voedselverlies reduceren in de productie- en bevoorradingsketens, met inbegrip van verliezen na de oogst
12.a:Ondersteunen van ontwikkelingslanden ter versterking van hun wetenschappelijke en technologische mogelijkheden om de richting uit te gaan van meer duurzame consumptie- en productiepatronen
En deze targets worden gemeten met indicatoren. Als voorbeeld pak ik target 12.2. Hierbij hoort indicator
12.2.1 “Material footprint, material footprint per capita, and material footprint per GDP” (zie garfiek 2019). Je ziet dat de footprint (gronstoffen gedolven om aan de behoefte te voldoen) niet gerelateerd is aan de bevolkingsgroei of aan de GDP (Bruto Binnenlands Product). Door deze getallen in de gaten te houden kan doelstelling 12 worden gemeten.
En zo doet de Un dat met alle SDG’s. Je begrijpt dat dat een enrme operatie is om dat wereldwijd te doen. In Nederland worden deze doelstellingen ook gemeten en wordt hierover ook gerapporteerd. In de volgende post hier meer over.
0 reacties